gen. |
woekeren v5r; wild groeien; zich uitzaaien; vergeven zijn van; metastaseren; de grote meneer uithangen; bazig zijn; gewichtig doen; grootdoen; kapsones hebben; aanmatigend optreden; een arrogante houding hebben; z'n zin doen; z'n aanspraken doen gelden; z'n eisen stellen |