gen. |
het ziet ernaar uit dat; het heeft er veel van dat; het laat zich aanzien dat; het belooft; het lijkt of (flexiemorfeem dat een inschatting, indruk van een toestand eigenschap weergeeft); men zegt dat; ze; de mensen zeggen dat; er wordt verteld; gezegd dat; het heet dat; volgens zeggen; naar men zegt; ik heb horen zeggen dat; ik heb horen verluiden dat; naar verluidt; naar verluid wordt (flexiemorfeem dat informatie uit de tweede hand aankondigt); ja n; dat klopt; dat is zo; zeker m; precies; inderdaad f |