| |||
besluitvaardig adv adv-to; resoluut; doortastend; flink f; vastberaden; zelfverzekerd; kordaat m; beslist; gedecideerd; stellig; eens en voorgoed; voor eens en altijd; voorgoed; definitief m; duidelijk; eerlijk m; openhartig; oprecht m; rechtuit; frank m; recht voor z'n raap; zonder er doekjes om te winden; direct; op de man af; à bout portant; bij het rechte eind; juist (geraden) | |||
geresolveerd |