| |||
falen v5r vi; geen succes hebben; mislukken; 試験を zakken; een onvoldoende halen; afgewezen worden; blunderen; flateren; 勤め先を ontslagen worden; z'n ontslag; congé n; Belg.N. opzeg krijgen; de laan uitgaan; de laan uitgestuurd worden; demissie krijgen; eruit gekegeld worden; eruit vliegen |