DictionaryForumContacts

   Japanese
Google | Forvo | +
おく病
gen. lafheid adj-na n; lafhartigheid f; kleinmoedigheid f; benepenheid f; form. bloheid; bangheid f; bangelijkheid f; schuwheid f; vreesachtigheid; weekheid f; timiditeit f; kinderachtigheid f; wijfachtigheid f; hazenbloed; bangbroekerij f; bangschijterij f; gew. platbroekerij; laf; lafhartig; arch. blo; blode; bang; bangelijk; schijterig; schuw; vreesachtig; week van hart; timide f; kinderachtig; wijfachtig
obs. blohartigheid f; blohartig