| |||
vreeslijk; affreus; afgrijselijk; afgrijslijk; angstig; angstwekkend; bang; bar (холод); benauwd; erg; geducht; gevreesd; griezelig; grimmig; ijselijk; ijzig; ijzingwekkend; luguber; om van te schrikken; ontzettend; schrikbarend; schrikkelijk; schrikwekkend; schromelijk; verschrikkelijk; vervaarlijk; vreselijk; huiveringwekkend (ЛА); angstaanjagend (muha_ok); vervaarlijkheid (Y.O.S.M.); bitter (Сова); gruwbaar (Сова) | |||
| |||
beestig; vreeslijk; akelig; beestachtig; crimineel; gloeiend; ijselijk; vreselijk; bar (Родриго) |
страшно : 24 phrases in 7 subjects |
Figurative | 1 |
General | 16 |
Idiomatic | 1 |
Informal | 1 |
Psychology | 1 |
Religion | 3 |
Saying | 1 |