| |||
afdalen; afgaan; afhellen; afklimmen; afstijgen; afstromen; aftreden; aftrekken; afwandelen; afzakken; afzijgen; dalen; ladderen (о петлях на чулках); naar beneden komen; neerdalen; neergaan; neerkomen; neerstrijken; zakken; zich laten zakken; vallen (ms.lana); aflopen (tet-a-tet); zinken | |||
| |||
losdoen (собак); afhalen (вниз); aflaten; aflopen (о пружине); afstrijken; losmaken (собак); neerlaten; neerslaan; spuien (воду); laten aflopen (завод часов); laten vallen | |||
neerhalen | |||
| |||
inhalen (ЛА) |
спускаться: 25 phrases in 3 subjects |
General | 21 |
Jargon | 1 |
Nautical | 3 |