| |||
akkorderen; aannemen; accorderen; agnosceren; beamen (с чем-л.); bewilligen (in-с чем-л.); een akkoord aangaan; goedvinden (на что-л.); gunstig beschikken (op-на); het eens zijn; ingaan (op-на); inwilligen; meestemmen (с кем-л.); toegeven; toeslaan (на что-л.); toestaan (на что-л.); toestemmen (in- на); zich getroosten (на что-л.) | |||
tegemoetkomen | |||
zich conformeren aan (zich voegen naar Сова) |
соглашать : 14 phrases in 1 subject |
General | 14 |