| |||
voorleden; geleden; jongstleden; laatst; verleden; voorgaand; vorig; voorbij (IMA); laatstleden (Alexander Oshis); afgelopen (Ik ben afgelopen weekend naar Maastricht geweest.) | |||
| |||
Verstreken |
прошлый : 13 phrases in 3 subjects |
Figurative | 1 |
General | 10 |
Microsoft | 2 |