| |||
verlammen | |||
| |||
afnemen; afrekenen; aftellen; afzetten; benemen; in mindering brengen; onteigenen; ontnemen; ontrukken; onttrekken (что-л., у кого-л.); iets prijs maken; wegnemen; afhandig (ms.lana); in beslag nemen (Wieringa) | |||
afpikken | |||
afgappen |
отниматься : 2 phrases in 1 subject |
General | 2 |