отлично | |
gen. | allerliefst; wonderwel; tiptop; prima; prima |
здорово | |
gen. | danig |
смирный | |
gen. | gelaten |
| |||
uitnemend; best; excellent; ferm; fijn; onbetaalbaar; opperbest; overheerlijk; superbe; superieur; uitgelezen; uitmuntend; uitstekend; voortreffelijk; riant (о доходе ЛА); gaaf (IMA); te gek (IMA); anders (в зн. отличающийся solkatta); meesterlijk | |||
mag er wezen (Сова) | |||
| |||
allerliefst; wonderwel; tiptop; prima (4uzhoj); prima (Het is helemaal een oude fiets, maar hij rijdt nog prima. 4uzhoj) |
отлично : 11 phrases in 2 subjects |
General | 10 |
Informal | 1 |