gen. |
echt; geldig; geoorloofd; legitiem; rechtmatig (billijk, rechtvaardig, wettig: eene rechtmatige straf, die met recht verdiend is; — rechtmatig verworven, op eerlijke, wettige wijze; — rechtmatig aanspraak maken op, overeenkomstig het recht, steunende op redelijke gronden. Сова); rechtsgeldig; valide; wetmatig; wettelijk; wettig |