![]() |
| |||
walsen van afdekmateriaal | |||
| |||
blinddruk | |||
jaloezie; loos; blind | |||
zonnewering | |||
blinde | |||
verborgen waarnemingspost | |||
blinden | |||
| |||
buitenluiken, niet van metaal of textiel; zonneschermen voor gebruik buitenshuis, niet van metaal of textiel | |||
| |||
afdichting; dichtkoeken; verstopping | |||
blindlopen | |||
afsplitten; afstrooien met steenslag; afzanden; bedekken; afvlakken | |||
omboorden; omboren; dof worden; mat worden | |||
blinderen | |||
English thesaurus | |||
| |||
B |
blinding: 258 phrases in 36 subjects |