English ⇄ Dutch

abort [ə'bɔ:t] n
commun.	abnormale beëindiging; voortijdig afsluiten
comp., MS	afbreken (To terminate abruptly, often used in reference to a program or procedure in progress)
IT	voortijdig beëindigen
med.	afbreken; een miskraam hebben,aborteren; uitgooien; avorteren; ontijdig bevallen; vruchtafdrijving plegen
to abort [ə'bɔ:t] n
health.	verwerpen
IT	abnormale beëindiging
English thesaurus
abort to [ə'bɔ:t] n
avia., Canada	To terminate a planned aircraft manoeuvre

Abort: 7 phrases in 2 subjects

Communications	6
Transport	1