DictionaryForumContacts

   Dutch
Terms for subject Figure of speech containing zijn | all forms | exact matches only
DutchRussian
de geknipte persoon zijnидеально подходить для какой-то работы (dashnyaa)
Hij heeft zijn neus niet laten zienОн и носу не казал (Janneke Groeneveld)
Hij lijkt niet verder dan zijn neus lang isОн не видит дальше своего носа (Janneke Groeneveld)
Hij loopt met zijn neus in de windОн ходит, нос задрав (Janneke Groeneveld)
Hij viel met zijn neus in de boterОн подоспел к пирогу (Janneke Groeneveld)
met zijn neus in de boter vallenнеожиданно получить успех, удачу (Бквально : "Упасть носом в масло" sevikus)
niet te spreken zijn overбыть чем-л. или кем-л. недовольным, неудовлетворённым (Over de pensioenregeling ben ik niet te spreken - Что касается организацией выплаты пенсий, то положением дел я не доволен (т.е. "об этом я вообще молчу") Sirius31)
op het appel aanwezig zijnсобраться вовремя (Janneke Groeneveld)
op het lijf geschreven zijnидеально подходить (Сова)
op zijn kop krijgenполучить по башке (Сова)
op zijn oude roem terenжить старой славой (Сова)
Overal met zijn neus bij willen zijnВезде свой нос совать (Janneke Groeneveld)
spoor: zijn sporen verdienenзаслужить признание (Сова)
iets zat zijnбыть сытым ч-л по горло (Ben jij die films ook een beetje zat? - Ты тоже этими фильмами по горло сыт? Janneke Groeneveld)