DictionaryForumContacts

   Dutch
Terms for subject Dialectal containing zijn | all forms | exact matches only
DutchRussian
botten: uit zijn botten slaanнаболтать (Сова)
botten: uit zijn botten slaanвысосать из пальца (Сова)
botten: uit zijn botten slaanнаплести незнамо чего (=uit zijn kloefen / kloten slaan; iets zeggen waar men niets van weet of van kent, of dat men verzint, iets vertellen wat kant noch wal raakt Сова)
er een boer mee van zijn paard kunnen kloppenпустые фразы (ook met andere ww: slagen, slaan, meppen, gooien…; 1) om aan te geven dat iets heel hard of stevig is 2) ook fig. ‘dooddoener' Сова)
ergens zijn Latijn in stekenпонапрасну тратить время и силы (Сова)
haartje naar zijn vaartje hebbenбыть характером в отца (Raz_Sv)
ieder huisje heeft zijn kruisjeкаждый должен нести свой крест (Сова)
met een zucht vanuit zijn tenenс тяжким вздохом (Сова)
niet van de poes zijnсложный (=moeilijk, veel, indrukwekkend Сова)
niet van de poes zijnвпечатляющий (=moeilijk, veel, indrukwekkend Сова)
niet van de poes zijnнелегкий (=moeilijk, veel, indrukwekkend Сова)
pietje, iemand bij zijn ~ hebbenподшутить над кем-то (Сова)
pijp uit zijnсмыться (Сова)
uit zijn kloten slaanнаобум (Сова)
uit zijn kloten slaanвысосать из пальца (Сова)
van zijn stekken draaienупасть в обморок (Сова)
van zijn sus draaienобеспамятеть, сомлеть (Сова)
van zijn sus draaienупасть в обморок (Сова)
zijn eigen boontjes doppenбыть сам с усам (Сова)
zijn gal uitspuwenизрыгать жёлчь (Сова)