zich – phrases

Terms for subject Figurative containing zich | all forms | exact matches only

Dutch	Russian
hij laat zich de kaas niet van 't brood eten	он не даст себя в обиду
hij laat zich de kaas niet van 't brood eten	он умеет за себя постоять
zich bukken	унижаться (перед кем-л.)
zich bukken	гнуть спину
zich bukken	подчиняться
zich de lendenen omgorden	приготовляться к бою
zich ergens indraaien	втираться (е доверие и т.п.)
zich in allerlei bochten wringen	выкручиваться
zich laten lijmen	попасться на удочку
zich laten lijmen	поддаться на обман
zich met een jantje van iets afmaken	увиливать (от чего-л.)
zich met een jantje van iets afmaken	отделываться
zich op het hellend vlak bevinden	катиться по наклонной плоскости
zich scharen	сплачиваться
zich scharen	соединяться
zich toe-eigenen	подходить для чего-л. ((vb.: "Dat gereedschap eigent zich niet daartoe. " Stasje)
zich vastwerken	запутаться
zich verschansen	укрываться за (чем-л.)
zich verslikken	запнуться
zich voeden aan	получать удовольствие (Сова)
zich voeden met	смаковать (Сова)
zich voeden met	получать удовольствие (Сова)