DictionaryForumContacts

   Dutch
Terms containing varen | all forms | exact matches only
SubjectDutchRussian
gen.de schepen varen op de haven afкорабли направляются к гавани
gen.door een sluis varenпроходить шлюз
gen.ergens goed bij varenполучать выгоду ог (чего-л.)
gen.ergens slecht bij varenнести ущерб в (чём-л.)
gen.hij varenон моряк
idiom.in iemands kielzog varen/in het kielzog vanследовать за кем-л (Fuji)
idiom.in iemands kielzog varen/in het kielzog vanбыть последователем кого-л. (Fuji)
idiom.in iemands kielzog varen/in het kielzog vanподражать кому-л (Fuji)
fig.in iemands zog varenследовать примеру (кого-л.)
fig.langs de wal varenбыть несмелым
gen.iets laten varenоставлять (что-л.)
fig.met iem. in een schuitje varenбыть заодно (с кем-л.)
sport.motorboot varenездить на моторной лодке (Janneke Groeneveld)
gen.naar het noorden varenплыть на север
gen.om de Oost varenплыть на Восток
gen.om de Zuid varenогибать мыс Доброй Надежды
gen.onder een vlag varenпридерживаться единого мнения
gen.onder een vlag varenбыть в одной партии
gen.tegen de stroom varenплыть против течения
nautic.ter kaap varenпиратствовать
nautic.ter kaap varenзаниматься каперством
gen.vaart achter iets zettenускорять
gen.vart aangezicht tot aangezichtлицом к лицу
proverbwie in het schuitje zit moet varenвзявшись за гуж, не говори, что не дюж
proverbwie scheep is moet varenвзявшись за гуж, не говори, что не дюж