DictionaryForumContacts

   Dutch
Terms containing afmaken | all forms
SubjectDutchRussian
fig.met een handbeweging van iets afmakenотмахнуться от (Сова)
idiom.met een jantje-van-leiden afmakenособо не заморачиваться (Hij maakte zich eraf met een jantje-van-leiden. - Он особо не заморачивался juliab.copyright)
idiom.met een jantje-van-leiden afmakenувиливать (juliab.copyright)
idiom.zich er met een jantje-van-leiden van afmakenспустя рукава (халатно относиться к делу, работать с ленцой juliab.copyright)
gen.zich afmakenотделаться (van-от)
gen.zich met de Franse slag van iets afmakenнаскоро отделаться
gen.zich met de Franse slag van iets afmakenбистро отделываться (от чего-л.)
fig.zich met een jantje van iets afmakenувиливать (от чего-л.)
fig.zich met een jantje van iets afmakenотделываться
gen.zich met een jantje-van-leiden ergens van afmakenотстраняться (от чего-л.)
gen.zich met een jantje-van-leiden ergens van afmakenлегко отделываться