DictionaryForumContacts

   Dutch
Terms for subject General containing aanzakken | all forms
DutchRussian
de moed laten zakkenупасть духом
door het ijs zakkenпровалиться под лёд (Родриго)
gepakt en gezaktнагруженный
gepakt en gezaktнагруженный багажом
gepakt en gezaktготовый к отъезду
gepakt en gezaktсо всеми пожитками
het scherm laten zakkenопускать занавес
in elkaar zakkenосесть (arsenija)
in elkaar zakkenупасть в обморок (arsenija)
in elkaar zakkenупасть мешком (arsenija)
Je moed begint je in je schoenen te zakken.Ты начинаешь падать духом. (alenushpl)
Je moed begint je in je schoenen te zakken.Ты начинаешь терять присутствие духа. (alenushpl)
voor het examen zakkenпровалиться на экзамене (alenushpl)
voor het examen zakkenне сдать экзамен (alenushpl)
zakken als een baksteenпровалиться на экзамене
zich laten zakkenспускаться