справиться

Terms for subject General containing справиться | all forms | exact matches only

Russian	Dutch
быть в состоянии справиться	berekend zijn voor (с чем-л-)
он с этим пожалуй справится	hij zal dat hooi wel op zijn gaffel krijgen
он с этим справится	hij zal het wel bolwerken
Он справится.	Hij redt het wel. (irka1973)
он справится с этим делом	hij zal dat werk wel mannen
проконтролировать, проверить, разузнать, справиться	checken (пани Катарина)
сам справлюсь	ik zal het alleen wel rooien (Ukr)
справиться с	behelpen met (ЛА)
справиться с чем-л	uit de voeten kunnen met iets (alenushpl)
тебе с Петром не справиться	jij kunt Pieter niet aan (Ukr)
я справлюсь	ik zal het wel klaren (Сова)