иметь вид

Terms containing иметь вид | all forms | in specified order only

Subject	Russian	Dutch
gen.	имей в виду	hou dat voor gezegd (Сова)
gen.	иметь в виду	bedacht zijn op
gen.	иметь в виду	bedoelen
gen.	иметь в виду	beogen
fig.	иметь в виду	voor ogen staan (Сова)
gen.	иметь в виду	in het achterhoofd houden (Lichtgestalt)
gen.	иметь в виду	rekening mee houden (ms.lana)
gen.	иметь в виду	menen
gen.	иметь в виду	munten
gen.	иметь вид	zien
gen.	иметь виды на что-л.	zicht op iets hebben (alenushpl)
gen.	иметь виды	toeleggen (op-на)
gen.	иметь виды на	het oog op iets, iem. hebben (кого-либо, что-л., для какой-л. цели)
gen.	иметь печальный вид	er zielig uitzien
gen.	иметь смущённый вид	beteuterd kijken
gen.	иметь что-либо в виду	op iets verdacht zijn
gen.	иметься в виду	van sprake zijn (Het geeft exact aan van welke situatie of toestand er in deze zin sprake is oliq)
gen.	имея в виду	met het oog op
fig.	кого это ты имеешь в виду?	op wien heb je het gemunt?
gen.	он имел это в виду...	hij heeft het erop gemunt...
gen.	что вы имеете в виду?	wat meent u daarmee?
gen.	я имею в виду, что	ik bedoel (nikolay_fedorov)