DictionaryForumContacts

Morphology analysis
zien (131) | Verb
1 zien
2 ziend
3 gezien
4 zie
5 ziet
6 ziet
7 zien
8 zien
9 zien
10 gezien
11 gezien
12 gezien
13 gezien
14 gezien
15 gezien
16 zag
17 zag
18 zag
19 zagen
20 zagen
21 zagen
22 gezien
23 gezien
24 gezien
25 gezien
26 gezien
27 gezien
28 zien
29 zien
30 zien
31 zien
32 zien
33 zien
34 gezien
35 gezien
36 gezien
37 gezien
38 gezien
39 gezien
40 zien
41 zien
42 zien
43 zien
44 zien
45 zien
46 gezien
47 gezien
48 gezien
49 gezien
50 gezien
51 gezien
52 zie
zien (673) | Verb
1 aanzien
2 aanziend
3 aangezien
4 zie
5 ziet
6 ziet
7 zien
8 zien
9 zien
10 aangezien
11 aangezien
12 aangezien
13 aangezien
14 aangezien
15 aangezien
16 zag
17 zag
18 zag
19 zagen
20 zagen
21 zagen
22 aangezien
23 aangezien
24 aangezien
25 aangezien
26 aangezien
27 aangezien
28 aanzien
29 aanzien
30 aanzien
31 aanzien
32 aanzien
33 aanzien
34 aangezien
35 aangezien
36 aangezien
37 aangezien
38 aangezien
39 aangezien
40 aanzien
41 aanzien
42 aanzien
43 aanzien
44 aanzien
45 aanzien
46 aangezien
47 aangezien
48 aangezien
49 aangezien
50 aangezien
51 aangezien
52 zie
zien | Verb | auto added
1 aanzien
2 aanziend
3 aangezien
4 zie
5 ziet
6 ziet
7 zien
8 zien
9 zien
10 aangezien
11 aangezien
12 aangezien
13 aangezien
14 aangezien
15 aangezien
16 zag
17 zag
18 zag
19 zagen
20 zagen
21 zagen
22 aangezien
23 aangezien
24 aangezien
25 aangezien
26 aangezien
27 aangezien
28 aanzien
29 aanzien
30 aanzien
31 aanzien
32 aanzien
33 aanzien
34 aangezien
35 aangezien
36 aangezien
37 aangezien
38 aangezien
39 aangezien
40 aanzien
41 aanzien
42 aanzien
43 aanzien
44 aanzien
45 aanzien
46 aangezien
47 aangezien
48 aangezien
49 aangezien
50 aangezien
51 aangezien
52 zie