DictionaryForumContacts

Morphology analysis
voorzitten (18) | Verb
1 voorzitten
2 voorzittend
3 voorgezeten
4 voor
5 voor
6 voor
7 voor
8 voor
9 voor
10 voorgezeten
11 voorgezeten
12 voorgezeten
13 voorgezeten
14 voorgezeten
15 voorgezeten
16 voor
17 voor
18 voor
19 voor
20 voor
21 voor
22 voorgezeten
23 voorgezeten
24 voorgezeten
25 voorgezeten
26 voorgezeten
27 voorgezeten
28 voorzitten
29 voorzitten
30 voorzitten
31 voorzitten
32 voorzitten
33 voorzitten
34 voorgezeten
35 voorgezeten
36 voorgezeten
37 voorgezeten
38 voorgezeten
39 voorgezeten
40 voorzitten
41 voorzitten
42 voorzitten
43 voorzitten
44 voorzitten
45 voorzitten
46 voorgezeten
47 voorgezeten
48 voorgezeten
49 voorgezeten
50 voorgezeten
51 voorgezeten
52 voor