DictionaryForumContacts

Morphology analysis
vervelen (11) | Verb
1 vervelen
2 vervelend
3 verveld
4 vervel
5 vervelt
6 vervelt
7 vervelen
8 vervelen
9 vervelen
10 verveld
11 verveld
12 verveld
13 verveld
14 verveld
15 verveld
16 vervelde
17 vervelde
18 vervelde
19 vervelden
20 vervelden
21 vervelden
22 verveld
23 verveld
24 verveld
25 verveld
26 verveld
27 verveld
28 vervelen
29 vervelen
30 vervelen
31 vervelen
32 vervelen
33 vervelen
34 verveld
35 verveld
36 verveld
37 verveld
38 verveld
39 verveld
40 vervelen
41 vervelen
42 vervelen
43 vervelen
44 vervelen
45 vervelen
46 verveld
47 verveld
48 verveld
49 verveld
50 verveld
51 verveld
52 vervel
vervelen (10) | Verb
1 vervelen
2 vervelend
3 vervolen
4 verveel
5 verveelt
6 verveelt
7 vervelen
8 vervelen
9 vervelen
10 vervolen
11 vervolen
12 vervolen
13 vervolen
14 vervolen
15 vervolen
16 verval
17 verval
18 verval
19 vervalen
20 vervalen
21 vervalen
22 vervolen
23 vervolen
24 vervolen
25 vervolen
26 vervolen
27 vervolen
28 vervelen
29 vervelen
30 vervelen
31 vervelen
32 vervelen
33 vervelen
34 vervolen
35 vervolen
36 vervolen
37 vervolen
38 vervolen
39 vervolen
40 vervelen
41 vervelen
42 vervelen
43 vervelen
44 vervelen
45 vervelen
46 vervolen
47 vervolen
48 vervolen
49 vervolen
50 vervolen
51 vervolen
52 verveel