DictionaryForumContacts

Morphology analysis
varen (94) | Verb
varen
varens
varen (66) | Noun, feminine
varen
-
varen (89) | Verb
1 aanvaren
2 aanvarend
3 aangevard
4 var
5 vart
6 vart
7 varen
8 varen
9 varen
10 aangevard
11 aangevard
12 aangevard
13 aangevard
14 aangevard
15 aangevard
16 varde
17 varde
18 varde
19 varden
20 varden
21 varden
22 aangevard
23 aangevard
24 aangevard
25 aangevard
26 aangevard
27 aangevard
28 aanvaren
29 aanvaren
30 aanvaren
31 aanvaren
32 aanvaren
33 aanvaren
34 aangevard
35 aangevard
36 aangevard
37 aangevard
38 aangevard
39 aangevard
40 aanvaren
41 aanvaren
42 aanvaren
43 aanvaren
44 aanvaren
45 aanvaren
46 aangevard
47 aangevard
48 aangevard
49 aangevard
50 aangevard
51 aangevard
52 var
var (138) | Adjective
var
vare
varer
varers
varere
varst
varste
varen
varen (714) | Verb
1 varen
2 varend
3 varen
4 vaar
5 vaart
6 vaart
7 varen
8 varen
9 varen
10 varen
11 varen
12 varen
13 varen
14 varen
15 varen
16 voer
17 voer
18 voer
19 voeren
20 voeren
21 voeren
22 varen
23 varen
24 varen
25 varen
26 varen
27 varen
28 varen
29 varen
30 varen
31 varen
32 varen
33 varen
34 varen
35 varen
36 varen
37 varen
38 varen
39 varen
40 varen
41 varen
42 varen
43 varen
44 varen
45 varen
46 varen
47 varen
48 varen
49 varen
50 varen
51 varen
52 vaar