DictionaryForumContacts

Morphology analysis
doordraaienen (15) | Verb
1 aandoordraaienen
2 aandoordraaienend
3 aangedoordraaiend
4 doordraaien
5 doordraaient
6 doordraaient
7 doordraaienen
8 doordraaienen
9 doordraaienen
10 aangedoordraaiend
11 aangedoordraaiend
12 aangedoordraaiend
13 aangedoordraaiend
14 aangedoordraaiend
15 aangedoordraaiend
16 doordraaiende
17 doordraaiende
18 doordraaiende
19 doordraaienden
20 doordraaienden
21 doordraaienden
22 aangedoordraaiend
23 aangedoordraaiend
24 aangedoordraaiend
25 aangedoordraaiend
26 aangedoordraaiend
27 aangedoordraaiend
28 aandoordraaienen
29 aandoordraaienen
30 aandoordraaienen
31 aandoordraaienen
32 aandoordraaienen
33 aandoordraaienen
34 aangedoordraaiend
35 aangedoordraaiend
36 aangedoordraaiend
37 aangedoordraaiend
38 aangedoordraaiend
39 aangedoordraaiend
40 aandoordraaienen
41 aandoordraaienen
42 aandoordraaienen
43 aandoordraaienen
44 aandoordraaienen
45 aandoordraaienen
46 aangedoordraaiend
47 aangedoordraaiend
48 aangedoordraaiend
49 aangedoordraaiend
50 aangedoordraaiend
51 aangedoordraaiend
52 doordraaien
doordraai (5) | Adjective
doordraai
doordraaie
doordraaier
doordraaiers
doordraaiere
doordraaist
doordraaiste
doordraaien
doordraaien (44) | Verb
1 doordraaien
2 doordraaiend
3 doorgedraaid
4 door
5 door
6 door
7 door
8 door
9 door
10 doorgedraaid
11 doorgedraaid
12 doorgedraaid
13 doorgedraaid
14 doorgedraaid
15 doorgedraaid
16 door
17 door
18 door
19 door
20 door
21 door
22 doorgedraaid
23 doorgedraaid
24 doorgedraaid
25 doorgedraaid
26 doorgedraaid
27 doorgedraaid
28 doordraaien
29 doordraaien
30 doordraaien
31 doordraaien
32 doordraaien
33 doordraaien
34 doorgedraaid
35 doorgedraaid
36 doorgedraaid
37 doorgedraaid
38 doorgedraaid
39 doorgedraaid
40 doordraaien
41 doordraaien
42 doordraaien
43 doordraaien
44 doordraaien
45 doordraaien
46 doorgedraaid
47 doorgedraaid
48 doorgedraaid
49 doorgedraaid
50 doorgedraaid
51 doorgedraaid
52 door