DictionaryForumContacts

Morphology analysis
droogleggen (151) | Verb
1 droogleggen
2 droogleggend
3 drooggelegd
4 droog
5 droog
6 droog
7 droog
8 droog
9 droog
10 drooggelegd
11 drooggelegd
12 drooggelegd
13 drooggelegd
14 drooggelegd
15 drooggelegd
16 droog
17 droog
18 droog
19 droog
20 droog
21 droog
22 drooggelegd
23 drooggelegd
24 drooggelegd
25 drooggelegd
26 drooggelegd
27 drooggelegd
28 droogleggen
29 droogleggen
30 droogleggen
31 droogleggen
32 droogleggen
33 droogleggen
34 drooggelegd
35 drooggelegd
36 drooggelegd
37 drooggelegd
38 drooggelegd
39 drooggelegd
40 droogleggen
41 droogleggen
42 droogleggen
43 droogleggen
44 droogleggen
45 droogleggen
46 drooggelegd
47 drooggelegd
48 drooggelegd
49 drooggelegd
50 drooggelegd
51 drooggelegd
52 droog
drooglopen (12) | Verb
1 drooglopen
2 drooglopend
3 drooggelopen
4 droog
5 droog
6 droog
7 droog
8 droog
9 droog
10 drooggelopen
11 drooggelopen
12 drooggelopen
13 drooggelopen
14 drooggelopen
15 drooggelopen
16 droog
17 droog
18 droog
19 droog
20 droog
21 droog
22 drooggelopen
23 drooggelopen
24 drooggelopen
25 drooggelopen
26 drooggelopen
27 drooggelopen
28 drooglopen
29 drooglopen
30 drooglopen
31 drooglopen
32 drooglopen
33 drooglopen
34 drooggelopen
35 drooggelopen
36 drooggelopen
37 drooggelopen
38 drooggelopen
39 drooggelopen
40 drooglopen
41 drooglopen
42 drooglopen
43 drooglopen
44 drooglopen
45 drooglopen
46 drooggelopen
47 drooggelopen
48 drooggelopen
49 drooggelopen
50 drooggelopen
51 drooggelopen
52 droog
droogmaken (6) | Verb
1 droogmaken
2 droogmakend
3 drooggemaakt
4 droog
5 droog
6 droog
7 droog
8 droog
9 droog
10 drooggemaakt
11 drooggemaakt
12 drooggemaakt
13 drooggemaakt
14 drooggemaakt
15 drooggemaakt
16 droog
17 droog
18 droog
19 droog
20 droog
21 droog
22 drooggemaakt
23 drooggemaakt
24 drooggemaakt
25 drooggemaakt
26 drooggemaakt
27 drooggemaakt
28 droogmaken
29 droogmaken
30 droogmaken
31 droogmaken
32 droogmaken
33 droogmaken
34 drooggemaakt
35 drooggemaakt
36 drooggemaakt
37 drooggemaakt
38 drooggemaakt
39 drooggemaakt
40 droogmaken
41 droogmaken
42 droogmaken
43 droogmaken
44 droogmaken
45 droogmaken
46 drooggemaakt
47 drooggemaakt
48 drooggemaakt
49 drooggemaakt
50 drooggemaakt
51 drooggemaakt
52 droog
droogvallen (11) | Verb
1 droogvallen
2 droogvallend
3 drooggevallen
4 droog
5 droog
6 droog
7 droog
8 droog
9 droog
10 drooggevallen
11 drooggevallen
12 drooggevallen
13 drooggevallen
14 drooggevallen
15 drooggevallen
16 droog
17 droog
18 droog
19 droog
20 droog
21 droog
22 drooggevallen
23 drooggevallen
24 drooggevallen
25 drooggevallen
26 drooggevallen
27 drooggevallen
28 droogvallen
29 droogvallen
30 droogvallen
31 droogvallen
32 droogvallen
33 droogvallen
34 drooggevallen
35 drooggevallen
36 drooggevallen
37 drooggevallen
38 drooggevallen
39 drooggevallen
40 droogvallen
41 droogvallen
42 droogvallen
43 droogvallen
44 droogvallen
45 droogvallen
46 drooggevallen
47 drooggevallen
48 drooggevallen
49 drooggevallen
50 drooggevallen
51 drooggevallen
52 droog
droog (1279) | Adjective
droog
drooge
drooger
droogers
droogere
droogst
droogste
droogen
droogsen (157) | Verb
1 aandroogsen
2 aandroogsend
3 aangedroogt
4 droog
5 droogt
6 droogt
7 droogsen
8 droogsen
9 droogsen
10 aangedroogt
11 aangedroogt
12 aangedroogt
13 aangedroogt
14 aangedroogt
15 aangedroogt
16 droogte
17 droogte
18 droogte
19 droogten
20 droogten
21 droogten
22 aangedroogt
23 aangedroogt
24 aangedroogt
25 aangedroogt
26 aangedroogt
27 aangedroogt
28 aandroogsen
29 aandroogsen
30 aandroogsen
31 aandroogsen
32 aandroogsen
33 aandroogsen
34 aangedroogt
35 aangedroogt
36 aangedroogt
37 aangedroogt
38 aangedroogt
39 aangedroogt
40 aandroogsen
41 aandroogsen
42 aandroogsen
43 aandroogsen
44 aandroogsen
45 aandroogsen
46 aangedroogt
47 aangedroogt
48 aangedroogt
49 aangedroogt
50 aangedroogt
51 aangedroogt
52 droog
droogzetten (32) | Verb
1 droogzetten
2 droogzettend
3 drooggezet
4 droog
5 droog
6 droog
7 droog
8 droog
9 droog
10 drooggezet
11 drooggezet
12 drooggezet
13 drooggezet
14 drooggezet
15 drooggezet
16 droog
17 droog
18 droog
19 droog
20 droog
21 droog
22 drooggezet
23 drooggezet
24 drooggezet
25 drooggezet
26 drooggezet
27 drooggezet
28 droogzetten
29 droogzetten
30 droogzetten
31 droogzetten
32 droogzetten
33 droogzetten
34 drooggezet
35 drooggezet
36 drooggezet
37 drooggezet
38 drooggezet
39 drooggezet
40 droogzetten
41 droogzetten
42 droogzetten
43 droogzetten
44 droogzetten
45 droogzetten
46 drooggezet
47 drooggezet
48 drooggezet
49 drooggezet
50 drooggezet
51 drooggezet
52 droog
droogken | Verb
1 aandroogken
2 aandroogkend
3 aangedroogken
4 droog
5 droogt
6 droogt
7 droogken
8 droogken
9 droogken
10 aangedroogken
11 aangedroogken
12 aangedroogken
13 aangedroogken
14 aangedroogken
15 aangedroogken
16 droogte
17 droogte
18 droogte
19 droogten
20 droogten
21 droogten
22 aangedroogken
23 aangedroogken
24 aangedroogken
25 aangedroogken
26 aangedroogken
27 aangedroogken
28 aandroogken
29 aandroogken
30 aandroogken
31 aandroogken
32 aandroogken
33 aandroogken
34 aangedroogken
35 aangedroogken
36 aangedroogken
37 aangedroogken
38 aangedroogken
39 aangedroogken
40 aandroogken
41 aandroogken
42 aandroogken
43 aandroogken
44 aandroogken
45 aandroogken
46 aangedroogken
47 aangedroogken
48 aangedroogken
49 aangedroogken
50 aangedroogken
51 aangedroogken
52 droog
drogen (1118) | Verb
1 drogen
2 drogend
3 gedroogd
4 droog
5 droogt
6 droogt
7 drogen
8 drogen
9 drogen
10 gedroogd
11 gedroogd
12 gedroogd
13 gedroogd
14 gedroogd
15 gedroogd
16 droogde
17 droogde
18 droogde
19 droogden
20 droogden
21 droogden
22 gedroogd
23 gedroogd
24 gedroogd
25 gedroogd
26 gedroogd
27 gedroogd
28 drogen
29 drogen
30 drogen
31 drogen
32 drogen
33 drogen
34 gedroogd
35 gedroogd
36 gedroogd
37 gedroogd
38 gedroogd
39 gedroogd
40 drogen
41 drogen
42 drogen
43 drogen
44 drogen
45 drogen
46 gedroogd
47 gedroogd
48 gedroogd
49 gedroogd
50 gedroogd
51 gedroogd
52 droog