DictionaryForumContacts

Morphology analysis
doorsteken (40) | Verb
1 doorsteken
2 doorstekend
3 doorgestoken
4 door
5 door
6 door
7 door
8 door
9 door
10 doorgestoken
11 doorgestoken
12 doorgestoken
13 doorgestoken
14 doorgestoken
15 doorgestoken
16 door
17 door
18 door
19 door
20 door
21 door
22 doorgestoken
23 doorgestoken
24 doorgestoken
25 doorgestoken
26 doorgestoken
27 doorgestoken
28 doorsteken
29 doorsteken
30 doorsteken
31 doorsteken
32 doorsteken
33 doorsteken
34 doorgestoken
35 doorgestoken
36 doorgestoken
37 doorgestoken
38 doorgestoken
39 doorgestoken
40 doorsteken
41 doorsteken
42 doorsteken
43 doorsteken
44 doorsteken
45 doorsteken
46 doorgestoken
47 doorgestoken
48 doorgestoken
49 doorgestoken
50 doorgestoken
51 doorgestoken
52 door